Goodbye Australia!
Blijf op de hoogte en volg Barbara Remy Jelmar
18 Maart 2013 | Australië, Sydney
En toen waren we aangekomen bij de laatste dag in Australië, die we heerlijk doorbrachten op het vliegveld van 9 tot 6. Hoog tijd dus, om nog een uitgebreid verslag te geven over de laatste weken. Toen we -eindelijk- uit Noosa weggingen was het tijd voor Hervey Bay. Vanuit daar zouden we namelijk richting Fraser Island gaan met Palace Adventures' tag-a-long tour. Dit houdt in dat je als groep zelf mag rijden onder begeleiding van een tour guide. Na de briefing en een slaapverwekkende introductie- en veiligheidsvideo om 6 uur 's ochtends, konden we eindelijk de 4wd in en was het avontuur officieel begonnen. Alhoewel, onze grote zweedse vriend de driver liet eerst nog even acht keer de motor afslaan en reed de auto daarna bijna in de prak, gezien het feit dat we een handrem misten. No worries, volgens onze tag-a-long leader, als we hem gewoon in 'first gear' laten kan er niets misgaan. Geheel gerustgesteld door deze opmerking gingen wij verder op pad! Aangekomen op het grootste zandeiland ter wereld, merkten we waarom het zo fijn was dat we in een 4wd reden. Onverharde wegen en zandweggetjes, afgewisseld met stukken rijden op het strand terwijl je moet uitwijken voor de golven; dit lukt je nooit met een fiat panda! Na heel veel gillen, hoofden stoten en blauwe billen kwamen we langs alle hoogtepunten van Fraser Island; Lake McKenzie, Eli Creek, Champagne Pools, the Pinnacles, het Maheno Shipwreck en nog veel meer. Toen dag één ten einde kwam gingen we naar de campsite waar we werden verwelkomd door honderden horzels. Na de bloedzuigers was dit het tweede soort beesten die Barbara niet goed kon handlen, vooral toen Tony de Tourguide lachend zei: 'Yeah, when they sting you it hurts like hell!' De volgende ontdekking was het laagje water in onze tent, (lees: zwembad) te danken aan de hevige regenval de dagen ervoor. Veel meer back to basic kon het niet worden dachten we, totdat we instructies kregen hoe we 'dingosafe' konden blijven. We moesten stokken en zaklantaars meenemen als we wilden plassen en het was absoluut verboden om dronken op het strand te liggen. Goed om te weten, maar waarom vroegen we ons af? 'This German guy was laying pissed on the beach a couple of weeks ago and got bitten everywhere, I think he got 20 stitches.' Dingo's zijn dus, zoals sommige misschien denken, geen schattige schoothondjes, maar wilde honden die letterlijk hondsbrutaal je kamp binnenkomen om al je eten op te eten, of jou als dat hun beter uitkomt. Na al deze spanning en sensatie en het ontmoeten van fantastische mensen die deze trip onvergetelijk hebben gemaakt, was het tijd voor onze volgende, meer ontspannen trip: op naar Whitsundays! Aangekomen in Airlie Beach was het nog één nachtje slapen tot we de boot opgingen. Het was prachtig weer dus we besloten 's avonds in het park te barbecueën met onze Elin en Alva, twee Zweedse meisjes die we tijdens de Fraser trip leerden kennen en op dezelfde Whitsundays boot zaten. De volgende dag moesten we om 8.30 uur inchecken en konden we na het ophalen van onze stingersuit de boot op. Na een introductierondje van de fantastische bemanning, snacks, drinken en heel veel zonnen, was het tijd voor onze eerste snorkelstop. Hier was het zicht al prachtig door het koraal, de mini regenboogvissen en de vele kwallen. Die sommigen trouwens gewoon heel eng vonden in plaats van mooi en wat natuurlijk veel gillen en schreeuwen opleverde. Nadat we een tijdje doorvaarden kwamen we aan bij de tweede snorkelstop in Mantaray Bay, hier was volgens onze schipper veel meer te zien en daarom moesten we allemaal ook weer even komen zitten voor een veiligheidspraatje. Sam, de deckhand, zei dat je het niet veel mooier dan dit kon vinden en liet verschillende foto's zien van de vissen die we konden tegenkomen. Toen we bijna klaar waren om het water in te gaan sloot hij af met de geruststellende anekdote: 'People always ask me if there are sharks. Abso-fucking-lutely there are sharks, this is Australia!' Gelukkig zaten hier niet de gevaarlijke haaien en hoefden we ons dus "nergens zorgen over te maken", want de broedplaats voor tiger sharks zat een aantal kilometer verderop. We hadden vantevoren niet verwacht dat we het snorkelen zo leuk zouden vinden, maarja, je snorkelt ook niet elke dag in the Great Barrier Reef. Bij de verschillende stops hebben we het mooiste koraal gezien, koraalvissen die onze camera probeerden op te eten, de "Elvis-vis", een enorme zeeschildpad (die een jonkie bleek te zijn van "maar" 80 jaar), en een Blue bottle kwal die tentakels van gemiddeld 3,5 meter heeft. Hierna was wel duidelijk waarom we een stingersuit aan moesten in het water. In de namiddag nam de schipper naar een waterval, die er alleen was omdat het de laatste tijd zoveel had geregend. Zo zie je maar weer, zorgt de regen toch nog voor iets positiefs. Het was een hele klim over gladde rotsen, maar het resultaat was prachtig. Aangezien op de boot maar een one minute shower was toegestaan was het ook wel lekker om het zoute water weg te spoelen in het heerlijk heldere water. Na het bekijken van een prachtige zonsondergang en een geweldige maaltijd te hebben genoten, kwam het minder leuke nieuws: door de cycloon Sandra konden we de volgende dag niet naar Whitehaven Beach. Aangezien dit een van de, zo niet het mooiste strand van de wereld is, was dit een flinke tegenvaller. Barbara was dan ook flink pissig op haar grote zus natuurlijk! Om het goed te maken had de schipper nog een leuke verrassing voor ons in petto. Hij was namelijk in de jaren dat hij deze trips deed bevriend geraakt met een aantal zeearenden. Nadat hij naar ze floot lieten de beesten voor onze neus een geweldig staaltje vlieg- en vangwerk zien met de stukken vlees die de schipper in de lucht gooide. Onwijs gaaf om dit te zien met wilde beesten. Hierna kwam ons Whitsundays avontuur ten einde, drie heerlijke dagen met prachtig weer, vol lekker eten, snorkelen en relaxen op de boot. Hierna gingen we regelrecht door naar Magnetic Island. Dit was alweer een paradijs, dat door Barbara werd omgedoopt tot mini-Hawaii. Denk: palmbomen, zon, zee, wit zand en voornamelijk heer-lijk weer, waar we sliepen in cabins rechtstreeks aan de zee. Hier brachten we een paar heerlijk relaxede dagen door. Ons werd verteld dat een van de hoogtepunten op het eiland het voeren van de lokale wilde rockwallaby's was. Dit leek ons wel leuk, dus we vertrokken ietsjes voor zonsondergang getooid met een zakje voer naar de rots. We hadden verwacht dat er een handjevol van zouden zitten, maar nee, hordes wallaby's vielen ons aan zodra ze het kraken van het zakje hoorden, en kwamen uit het niets tevoorschijn tussen de rotsen. Het was een onvergetelijke ervaring om mee te maken dat de wallaby's zich verdrongen om uit je hand te eten! Op Magnetic Island vierden we ook Jelmar's verjaardag. Hoewel het natuurlijk heel apart voelde, zo zonder familie erbij, maakte de omgeving en het feit dat Remy en Barbara er waren een hoop goed. Daarom besloten we om heerlijk te ontbijten aan de zee met een verse jus d'orange en een uitsmijtertje erbij. Dit was stiekem allemaal bedoeld om Jelmar een goede bodem te bezorgen voor de verrassing die de andere twee voor hem in petto hadden. Zonder blikken of blozen deelden zij hem namelijk mee dat hun verjaardagscadeau voor hem bestond uit een bungeejump... SURPRISE!!! Deze sprong stond al voor de volgende dag op de planning in Cairns, dus met pijn in ons hart namen we afscheid van Magnetic Island, want we hadden hier best langer kunnen blijven. Aan het begin had Jelmar nog niet eens zo heel veel last van zenuwen, maar dit veranderde wel toen hij op de toren stond en de begeleiders hem vastgespten. Hij koos voor de traditionele Swan Dive, waarbij de bedoeling is dat je sierlijk naar voren zwevend van het platform afspringt. De waarheid is dat dat niet zo werkt in de praktijk als je voor het eerst springt. Sierlijk was het niet, maar hij sprong toch maar. Nadat hij veilig weer op de grond stond was het tijd voor onze Cape Tribulation trip. We gingen twee dagen weg om naar het Daintree Forest, Mossman Gorge en Port Douglas te gaan waarna we zouden overnachten vlakbij Cape Tribulation in een beachhouse, inclusief een hele horde aan spinnen, slangen en andere fijne vlieg- en kruipbeesten. De mevrouw van de receptie stelde ons gerust; de spinnen en slangen zijn niet giftig. Sterker nog, een slang zal je al helemaal niet tegenkomen. Er leven hier namelijk alleen maar boom- en wurgslangen en de screens die voor je ramen en onder je deuren zaten moesten die waarschijnlijk 's nachts wel tegenhouden. Great, what a relief! De omgeving maakte echter een hoop goed, want vanuit onze cabin zagen we zo Cape Tribulation liggen. Dit is de enige plek op aarde waar het regenwoud in contact komt met de zee, of de enige plek op aarde waar twee world heritage listed parken met elkaar in aanraking komen. Remy en Barbara besloten dat eens vanaf zee te gaan bekijken en gingen op een heuze sunsetpaddle trip, ze zagen hier wederom schilpadden, koraal, de mangrove en een Dugong! Nadat we nog een paar "golfen pakten" en een keer frontaal op een platform koraal knalden en er niet meer afkwamen, besloten we dat het wel weer welletjes was. De volgende dag moesten we namelijk vroeg op voor de river cruise op de Daintree river, waar we een 3,5 meter lange krokodil spotten die de schipper categorisseerde als een "kleintje". Na de cruise was de trip alweer ten einde en gingen we op naar het allerlaatste avontuur om Australië spetterend af te sluiten. Remy en Barbara vonden het namelijk een leuk idee om te gaan skydiven, gekken die het zijn. Toen de heuze vouchers echter in ontvangst waren genomen bedacht vooral Barbara zich wat ze zich in hemelsnaam op de hals had gehaald. De volgende dag was het zover en hoewel we hoopten een goede nachtrust te pakken, werd Barbara ziek, een slechtere timing kon bijna niet. Volgepropt met aspirine en twee bezorgde vaders om haar heen zaten we uiteindelijk toch in het busje naar het vliegtuig. Nadat we allerlei geruststellende formulieren invulden in de auto (PARACHUTING IS DANGEROUS) kwamen we eindelijk aan bij het centre en mochten we als eerst het vliegtuig in. Alles ging onwijs snel en voordat we het wisten zaten we vastgegespt en wel aan onze hilarische instructeurs. Het uitzicht was prachtig en het weer was nog beter; geen wolkje aan de lucht. Toen we dachten dat we bijna op de eindbestemming van 14,000 feet waren, zaten we pas op 5,000 feet dus dat was even slikken. Toen we eenmaal wél op de uiteindelijke 4,3 kilometer hoge eindbestemmimg waren aangekomen ging alles te snel om over na te denken. Het luik ging open en Remy was de eerste die zijn benen over de rand van het vliegtuig en vervolgens de rest van zijn lichaam inclusief instructeur gooide. Daarna kwam Barbara die zichzelf en Remy heeft vervloekt terwijl ze haar benen over de rand van het vliegtuig gooide en alleen maar kon denken: 'Holy shit.' De sprong was zo onwerkelijk en alles ging zo snel. Omdat we zo hoog waren hadden we een freefall van 60 seconden, maar dit voelde aan als 10 seconden. Toen de parachute (Dank God in de hemel) openging was er een moment van complete rust en stilte en het uitzicht was waanzinnig. Toen we uiteindelijk geland waren konden we de foto's en video ophalen als absurd aandenken aan deze idiote daad. Australië, je was geweldig! We gaan je missen, we zeggen geen vaarwel, maar tot ziens en zijn nu meer dan klaar voor ons volgende avontuur; op naar Bali!